Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal geschieden, zo wie van de geslachten der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, om den Koning, den HEERE der heirscharen, te aanbidden, [74]zo zal er over henlieden geen regen wezen. 74. Dat is, zij zullen van den Heere niet gezegend worden, maar integendeel zullen zij vervloekt wezen. De regen zijnde een uiterlijk teken van den zegen des Heeren. Verg. Deut.28:23,24; Jes.30:23.